Land: Zweden
Wandeling: Kuststigen Bohuslän (deel 1-7)
Aantal dagen onderweg: 4
Aantal nachten geslapen: 3
Aantal nachten wildkamperen: 3
Aantal kilometers gelopen: 99
Wandeling uitgezet met bordjes: Ja
We gaan aan de wandel! Ons doel is een deel van de Kuststigen route te lopen in Zweden. Of ook wel Kuststigen Bohuslän genoemd. Deze route is in totaal 376 kilometer lang en bestaat uit 42 gedeelten. Wij willen daarvan de eerste elf lopen. Of we dat halen, lees je hieronder.
De route start in Uddavala, een gezellig stadje ten noorden van Göteborg. We hebben het gevoel dat het beginpunt niet de mest ideale plek is om onze auto neer te zetten, dus hebben we vantevoren bedacht waar dat wel handig is. Online is er een kaartje te vinden met waar er betaald parkeren is en waar niet. In de praktijk blijkt dat niet helemaal op te gaan. Veel plekken zijn betaald en vaak zit er ook een maximum parkeertijd bij. Na een poosje rondrijden zetten we de auto dan maar bij een groot hotelcomplex ergens op een heuvel (Bohusgården Uddevalla). Dit kost ongeveer een tientje per dag. Parkeren we doen we met de EasyPark app. Later zal dat nog best een slimme gezet geweest te zijn.
We starten de wandeling vanaf hier en lopen bij het hotel naar beneden. Daar stuiten we meteen op een parkeerplaats waar je dus wel gratis kunt parkeren. Zo gaat dat dan hé! Op een heuveltje staat een vijf meter hoog paard. We vinden het een prachtig en indrukwekkend beeld. Het is van de Syrische kunstenaar Mohannad Solaiman.

Het is warm, daarom zijn we blij dat we pas in de avond zijn begonnen met wandelen. We lopen over de Strandpromenaden, die op bij Hästepallarna heel mooi wordt. Een soort houten brug zweeft boven het water en kringelt om de rotsen. Al snel lopen we het gezellige Gustavsberg binnen. Het park zit vol met mensen, het restaurantje ziet er gezellig uit en aan zee staan vissers. Maar wij moet nog even een stukje door, want dit is een natuurreservaat en dus mag je hier niet wildkamperen. We weten precies waar dat wel mag. Toch lopen we daarna nog even door, want hoe meer kilometers wij vandaag maken, hoe minder we er morgen hoeven te lopen. Het is even zweten, want met die warmte is ieder heuveltje op extra warm.

We lopen langs allerlei nieuwe huizen, niet allemaal even smaakvol. Daarna gaat de weg naar beneden en zien we een mogelijkheid om te kamperen. Damn, daar staat al iemand. In de verte zien we een andere plek, dus we lopen nog een stukje verder. Verderop zien we een gigantische brug, waar de e6 overheen gaat. Dit is de in in 2000 geopende Uddevallabron. We lopen langs een prachtig huis die we op de foto zetten. Het heeft een soort ronde vorm en de lichten schijnen mooi in de schemer.

Langs het water staat een camper. Iets verderop plaatsen we ons tentje. Al snel komt een van de camper bewoners naar ons toe. Hij is, net als wij, benieuwd wat de ander hier uitspookt. Hij heeft met een vriend zo’n 24 uur gereden in de camper van zijn ouders om naar Iron Maiden te gaan in Göteborg.
We genieten van het uitzicht, eten zo’n Zweedse chocoladebal (die je volgens mij zelfs bij Ikea Nederland niet kan kopen) en doen net of we het geruis van de e6 niet horen. We vallen als een blok in slaap. We hebben er nu maar 8 kilometer opzitten, maar door de hitte voelde als meer. We weten dat we de volgende zo’n 20 kilometer gaan wandelen.
We staan op, zetten thee en gaan op pad. De route is meteen mooi. En een beetje gek, zo onder die Uddevallabron door. Maar al snel lopen we langs de kust zuidwaarts met karakteristieke Zweedse huisjes. Ook komen we steeds kleine haventjes tegen. Het pad gaat hier en daar over de rotsen. Fout lopen is nagenoeg onmogelijk, de route staat goed aangegeven met blauwe bordjes.
We hebben allebei een flesje én een waterzak van twee liter bij ons. Een deel is al opgegaan in de warmte. Op een gegeven moment zien we een kraantje en vragen aan een bewoner of we er water mogen tappen. Nou, er komt geen water uit en we zijn niet de eerste die het vragen. Hij biedt ons aan onze flessen te vullen en heeft interesse in onze reis. Hij kent de coach van het Nederlandse dameshandbal team (Per Johansson) en hij heeft foto’s van Jimi Hendrix aan de muur hangen. Hij tovert nog een paar lijsten tevoorschijn met nog meer foto’s. Uit 1968, gemaakt door een vriend en tevens drummer van zijn band. Hendrix staat op het podium van Lorensbergs Cirkus in Göteborg. De man wijst naar het verband om Jimi’s hand. Eerder die dag wilden fans zijn kamer binnendringen in Hotel Opalen, Hendrix werd boos en sloeg een raam in. Zijn hand moest gehecht worden, maar dat hield hem niet tegen om toch op te treden.

Met voldoende water op zak op ergens in the middle of nowhere te eindigen lopen we door. We hebben wel trek, maar op Google Maps hadden we op dit gedeelte van de route tijdens onze voorbereiding niets kunnen vinden. Tot onze vreugd komen we ineens Cowboy Pizza tegen. We bestellen allebei een afhaalpizza en eten deze op het terrasje op. De pizza is te vet, maar dat maakt ons even niet uit. Met volle maag gaan we verder.
Het gebied wordt iets bosrijker, en we weten dat als we doorlopen dat we in Ljunskile terechtkomen, waar onze tweede ontmoeting met de E6 zal zijn. Daar willen we dus niet onze tent opzetten. We besluiten ietwat van de route af te wijken om een kampeerplekje te vinden. Al snel komen we een vrouw tegen die aanbiedt op haar terrein te kamperen. Het is een gebied met scholen, waar allerlei cursussen worden gegeven. Nadat we in gesprek raken met een oude man die er werkt, vinden we een plekje onder een eik, waar af en toe wat teken uitvallen. Een slimme kampeerplek, omdat we (op aanraden van de man) vlakbij een gebouw staan waar we gebruik kunnen maken van de wc en het water. Dus we hebben voor niets met die twee literzak lopen hobbelen vandaag. En al helemaal omdat we nog steeds vol zitten van die pizza. Het zekere voor het onzekere nemen blijkt achteraf niet altijd het slimst.
De ochtend vertrekken we vol goede moed en lopen het eerste stuk naar Ljunskile. Daar bezoeken we de supermarkt om Polarbröd, ronde platte broodjes die lang houdbaar zijn en die je lekker warm kunt maken. Naast de supermarkt drinken we koffie en thee en pikken wat suikerklontjes mee voor op de broodjes (die we pas een dag later opeten, na het bezoek aan een andere supermarkt… dus weer 450 gram meedragen voor niets).
Ljunskile bestaat uit schattige huisjes, die op de heuvels langs de zee staan. De E6 hoor je al snel niet meer. Langs de weg verkoopt een klein meisje allerlei lekkere cakejes, maar helaas accepteert ze alleen maar Swish. Dat hebben we niet. Verderop komen we langs een haven met een wc en douche, die ook gebruikt wordt door de gasten van een camping. We besluiten te douchen en houden dus even een pauze.
Het gaat lekker. De omgeving is prachtig. Zeker het stuk met de weilanden vinden we mooi. Daar vult een mevrouw die haar huis een nieuw likje Zweeds rood schildert onze flesjes. Ze tipt ons Orust, omdat je daar nagenoeg geen mensen tegenkomt. Ze woont in onze ogen zelf al in the middle of nowhere, dus dan moet het wel heel rustig zijn. We gaan het zien.
Het eindpunt van de dag is in zicht. Een pondje naar de overkant. Gewoon gratis! Hij gaat ieder half uur. We kopen een waterijsje en stappen op. 5 minuten later staan we aan de overkant in het plaatsje Svanesund. Vanaf de boot zien we al waar we ongeveer gaan slapen. Daar lopen we meteen heen, om alvast een idee te krijgen waar we gaan overnachten. Aan zee is een camperplaats en verderop een groot groen veld. Alles ligt aan zee, en je kunt erin duiken vanaf een pier. Gelukje: er zijn wc’s en er is een douche. Dus het wordt luxe!
In het stadje (of dorpje?) is een supermarkt en een pizzeria. Meer niet. Die bezoeken we allebei voordat we de tent op gaan zetten. Alweer pizza dus, maar wel veel beter dan die van de dag ervoor. Niet zo vet.
We twijfelen nog even over de exacte plek voor onze tent. Dit omdat een familie aanstalten maakt te gaan barbecueën. We gokken toch op het mooiste plekje, vlak aan zee (met een prachtig uitzicht, met de ondergaande zon). Achteraf een gouden greep, omdat de familie daarna verhuist naar de plek waar we eerst wilden staan. We koken wat eieren voor de dag erop. We zijn moe en slapen snel. Af en toe worden we wakker van schreeuwende kinderen, dronken volwassenen, een soort gabbermuziek. Het is zaterdagavond. Dit alles is niet genoeg om onze welverdiende slaap echt te verstoren.

We worden vroeg wakker en duiken de zee in. We zijn niet alleen, want grote, bruine kwallen vergezellen ons. We douchen ons warm, pakken onze spullen en starten de wandeling. We weten dat we niet heel veel huizen tegen gaan komen, dus we stoppen maximaal een liter in onze twee liter waterzak. We gaan nog even langs de supermarkt om ons gasflesje bij de kassa te laten wegen, zo hebben we een idee of we zuinig moeten doen of niet. Hoeft niet, er zit voldoende in. In de supermarkt ruikt het heerlijk, bij navraag waar de lucht vandaan komt blijken het de kaneelbuns te zijn. We kopen er een paar en gaan op pad.
Zodra we het stadje uit zijn wordt het bosrijk. Elf kilometer lang is er geen moment dat er niet onder handbereik een blauwe bes of framboos te plukken is. Lekker, maar het zorgt er ook voor dat we niet echt goed op ritme komen. Nog nooit hebben we zoveel zien hangen, en wat een kwaliteit! We komen een echtpaar tegen die bakken bessen heeft geplukt. Vorig jaar was er bijna niets, nu staat alles erg goed bij, vertellen ze. We worden uitgenodigd voor een kop koffie. Als hun huis niet achter, maar voor ons lag, dan hadden we dat zeker niet afgeslagen.

De weggetjes kronkelen door het bos, met hier en daar een huisje of een weiland. Koeien staren ons aan. Sommige delen zijn stenig. Grote plakkaten. Ook passeren we grote rotspartijen, varens, aaibaar mos en historisch gestapelde stenen. We rusten uit bij een huisje dat niet echt bewoond lijkt. We eten iets op het picknickbankje en ontdekken dat in het schuurtje stopcontacten zitten. We laden onze smartphones, die bijna leeg zijn, hier op. En onszelf met broodjes gekookt ei.
Het eerste deel is niet heel stijl, maar de afwisseling maakt het best pittig. Het tweede deel van de wandeling op Orust is makkelijker, alleen zijn we dan al best moe. We stoppen een paar keer om onze zelf gekookte eitjes te eten en van die Zweedse broodjes op te warmen. We eten ze met de suikerklontjes die we een dag ervoor hebben meegenomen. Het begint af en toe te druppelen.

Op Orust staan overal bordjes met uitleg over een historisch feit. Bijvoorbeeld over de onthoofding van Johan Johansson, ergens bij een rots. Maar ook vaak over wie op een bepaald plekje gewoond heeft in bijvoorbeeld 1845. Niet echt heel spannend. Hoe moeier we worden, hoe vaker we de bordjes maar half lezen of zelfs negeren. Wéér ene Anders Andserson wiens huis er niet meer staat.
Het gaat steeds meer druppelen en aan het einde van onze wandeling start het flink met regenen. We zetten onze tent op onder een boom, met uitzicht op een weiland. Verderop loopt een reetje. We koken ons zakje pasta en maken er zelfs een toetje bij. Chocolademousse.
Ons voornemen was langer door te lopen, maar het zal de hele dag flink regenen. Daarna hebben we nog één dag om verder te gaan. Omdat we geen zin hebben een hele dag in de regen door een bos te gaan lopen, besluiten we hier te stoppen. Aan de ene kant jammer, want we denken dat het mooiste nog moet komen.
We slapen door de regen heen, ruimen op en lopen richting de bushalte. We gaan met de bus terug naar onze auto. Dankzij een paar hulpvaardige buschauffeurs (we hoefden er bij één zelfs niet te betalen) kwamen na aangename route weer aan in Uddavala. Op het station. Vanaf daar volgen we de blauwe bordjes van de wandeling richting onze auto.
We staan dus geparkeerd bij een groot hotel. We stappen naar binnen en leggen uit dat we vier dagen hebben gewandeld. Of we ergens kunnen douchen? We kunnen terecht in de spa. Fris stappen we weer de auto in, om daarna een lekker broodje en taartje te gaan eten in Uddavala. Met trots kijken we terug op onze 99 kilometer Kuststigen.
De route hebben we nog niet ‘af’. Daarom gaan we in de toekomst zeker het pad vervolgen waar we geëindigd zijn. We hebben er nu al zin in!